dronk met een afwezige, verlegen uitdrukking de restjes uit de glazen en Frau Irma had een weemoedige, nadenkelijke trek op haar rimpelig gezichtje gekregen - haar gewone zorgengezicht van elke dag. ‘Schade um die schone Sose’, zei ze dromerig met een zielige blik op de scherven van de sauskom. In goed Hollands: Jammer van de lekkere kippejus. Maar dat geeft de lyriek van het Duits niet voldoende weer...
113