ik tien jaar later bij een moezjiek had vergeleken, omdat toen Rusland in de mode kwam! Nu echter vind ik hem op een bosjesman lijken, omdat dit het meest exotische begrip voor mij is. Hoewel ik direct in twijfel verkeer of bosjesmannen zulke reusachtige gestalten bezitten, smalle groene spleten tot ogen hebben en hun mond stijf gesloten houden wanneer ze lachen.
'Dochtertje van Arie?' vroeg hij, hiermee de ware naam van mijn vader onthullend, die ik hierdoor in een heel nieuw licht zag.
Ik was te prettig verrast en te opgetogen verrukt, om het vreemd te vinden, dat hij me als 'Aries dochtertje' herkende.
Daar was vooral zijn neus. Voor het gemak der lezers die nu allen reeds lang goed met Rusland op de hoogte zijn, wil ik het een Russische neus noemen. Zo'n neus met ingedeukte rug en op de deuk krullende rossige haartjes. Dezelfde speelse krulletjes op de borst, die bovendien versierd was met een blauwachtige tekening, een meisje en een hart voorstellende. Van dat openstaande rood baaien hemd vertelde ik toch reeds?
'Meisje van me geweest,' deelde hij me in zijn telegramstijl mee, toen ik de tatoeëring belangstellend bekeek, 'Port Said...'
Op mijn ietwat verbaasde blik legde hij uit: 'Vijf jaar op de grote vaart geweest.' Dan brulde hij plotseling iets onverstaanbaars naar de mensen die voorbij schuifelden,— blijkbaar een uiting dat hij zijn waren wenste te verkopen.
Een dikke juffrouw die drie cent op een hondehalsband probeerde af te dingen, stelde hij schalks voor hiermee akkoord te gaan, wanneer de leren band om haar 'strotje' zou passen. En daarbij lichtte het eigenaardige stille lachen weer in z'n felle oogspleten en verbreedden zich z'n gesloten dunne lippen van het ene oor naar het andere.
O, ik begreep waarom mijn familie geen contact met deze afvallige wenste. Ik zag hem reeds met z'n vetleren