hoorde ik dat mijn vader hoofdzakelijk zijn reis afbrak om die 'vuurrode kermisjurk', zulk afgrijzen boezemden deze woorden hem in.
Gelukkig werd ik ziek; juist op het goede ogenblik. De ongelooflijke hoeveelheden taartjes en bonbons, de vele glazen limonade en koppen sterke koffie hadden het hunne gedaan.
Gelukkig, herhaal ik. Want enige dagen na de expresse-brief van de dame kwam 'n epistel van oudoom en oudtante, dat aanving met: 'Geachte neef en nicht' (dat waren mijn ouders) en dan volgden zinsneden als: 'Uw kind is een ware engel, ge verdient bijkans niet zo'n schat te bezitten' (dit doelde op mij!). En de brief eindigde: 'Het lieve hartje heeft in haar onschuld verteld, dat ge u te hoog acht om u met ons op straat te vertonen. We zullen het in ons testament gedenken. Stadsgekken dat ge zijt!'
Maar zoals gezegd - ik was ziek en ontging zo voorlopig de toorn der 'stadsgekken', voor wie het legendarisch testament van oudoom en oudtante nu werkelijk tot legende was geworden...