Een ware engel
Ik had die mevrouw een klein stukje ijs langs de rug laten glijden. Het was een nieuwe kennis, waar mijn familie veel in scheen te zien. Ik zag alleen de rug, of liever gezegd een flink deel ervan, dat glanzend roze en marsepeinachtig tegen een glimmend diepzwart zijden toilet afstak.
Tien jaar later kreeg ik een opgetogen brief van familieleden, waarvan de inhoud hoofdzakelijk hierop neerkwam, dat men zich om een zekere Charlie bijna doodgelachen had... ja, ik was wel erg ver van de beschaafde wereld ginds in het Argentijnse plaatsje Parana verwijderd, maar misschien zou ik ook daar eens gelegenheid hebben de vermakelijke film te gaan zien, waar deze Charlie een corpulente dame een stukje ijs langs de rug liet glijden.
Wel, ik had kunnen antwoorden, dat men in Parana even beschaafd was als in Gorinchem of Vught en ik reeds lang de wonderlijke verrassing, Charlie, had ondergaan. Maar tevens drong zich de vraag aan me op: waarom werd mij indertijd een feit zo kwalijk genomen, dat jullie later zo'n plezier en genoemde Charlie veel roem bezorgde? En hadden een toevallig op bezoek zijnd jongetje, Da, het dienstmeisje en mijn zusje zich soms niet bijna doodgelachen? - en dat nog wel in de werkelijke betekenis van het woord wat het jongetje betrof; immers het stukje koek, dat hij juist in de mond had, zou hem duur te staan gekomen zijn wanneer Da met haar bekende tegenwoordigheid van geest hem niet hulp verleend had door zijn armen hoog te houden en hem op de rug te kloppen. Dus zo onleuk was mijn stukje ijs toch ook niet geweest. En op die film kon men de gillen niet eens horen, want aan klankfilmen deden ze toen nog niet.
Gillen, zei ik - de dame van de rug gaf er vier: één heel