Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Titel
Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Jaar
1957

Pagina's
98



Wees gij de dag die voor haar is verschenen, — Zij wil de nacht zijn die in u vergaat;

Zij wendt haar open kelke tot u henen,

Zij wil wel sterven, opdat gij bestaat.

De Man.

Wees stil, wees stil, wek niet de nijd der sterren, Uw oogen stralen lichter dah hun schijn;

Ik zou in u verzonken willen zijn,

En aarzeling en schroom houden mij verre.

De Vrouw.

Zij is het raadselende moederwezen,

In haar uit-springen alle bronnen van bestaan, Doop u in haar, opdat zij zalig weze’,

En reiner zult gij weer uit haar ontstaan.

III.

MIJMERING.

Het altijd vloeiend universum gaat Zichzelve in een valen schemer doopen; Vormen en verven in elkander loopen, Totdat het al weer in zijn chaos staat.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.