Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Titel
Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Jaar
1957

Pagina's
98



Ginder wachten huizen stil Onder winter-avond’s wil In wol-witten kragen.

Dak en poorte en kozijn, Velletjes van hermelijn Houden zij gedragen,

Bij den kromrnert, waar de steeg Tot een brokkelpoortje zeeg, Staat een schevend muurtje ; Enkele lantaaren zond Gouden schijven in het rond, Plekkende het schuurtje.

Op een schuivend gouden net Hebt gij uwen voet gezet. . . En er ging gebeuren :

Bij het heffen uwer hand Wilde wijken weg de wand, Open ging de deure.

En in schemergore kluis Trad het lichtende geruisch Van uw zingend wezen ;

En gij boogt nabij den hoek, Waar, gewikkeld in een doek Leefde luttel wezen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.