Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Titel
Liederen van huisvlijt, Eerste deel

Jaar
1957

Pagina's
98



DE STEEG.

Zult gij willen, die ik wacht, Komen op uw voeten zacht, Mijn dag te verblijden. — Daar ik tot u hene-lag, Droomende, dat ik u zag Voor mijn oogen schrijden . . .

Droeg uw haren fonkeling Neder tot de gordeling Van uw kleed, wit-zijden ;

Uit uw donker oogen-diep, Klom de stemme die mij riep, Op te gaan, wij beiden.

Door de stad ging uwe voet Tot een steege, waar de stoet Huizen wordt gescheiden ; — Uwe kinders wonen daar: Kleine jood en proletaar En de stratenmeiden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.