Liederen der gemeenschap, Tweede deel der liederen

Titel
Liederen der gemeenschap, Tweede deel der liederen

Jaar
1918

Pagina's
91



De boomen houden intocht in mijn oogen, Mijn hersens worden nu een wijd landschap, Ik hoor de luchten kraken met een klap; Ergens in mij, een iets heeft zich bewogen.

Iemand in mij, een vreemde, is gegaan, — Was ik het zelve, — in verwonderd kijken; Ik zag de boomen in mijn hersens staan;

Zij weken uit; ik kon ze niet bereiken.

Ik dook in mij en deed toch niets dan duiken In u, oneindigheid, gespannen buiten mij,

Ik kon de geuren van de velden ruiken; — Waren de velden in of buiten mij?

Ik wou den hemel tot mij binnenhalen, —

En open sloeg het denken van mijn ziel;

Het eerste wat ik zag bij ademhalen Was het heelal dat in mijn oogen viel.

Alheerlijke die mij wilt ommevatten Eeuwige vreugde die ligt uitgespreid Ik kan in dezen schedel u bevatten En meet met oogen uw oneindigheid.

85

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.