DE STERREN.
Ik kan geen heilig licht ontsteken.
Maar God ontsteekt het mild voor mij.
De sterren aan al hemelstreken Van wind en wolken vrij.
NACHT.
De nacht is het gebed van de Aarde Tot den levenden God.
Die mij tot dezen nacht getrouw bewaarde Geef ik getroost mijn lot.
VERLEIDING.
Ik zat aan dek in het Gebed gebogen,
Hij kwam met lach en vraag tot mij.
Al wat geen man uitspreekt lachte in zijn oogen. Ik zuchtte en legde het gebed op zij.
LAATSTE SABBATH (AMSTERDAM).
Den laatsten dag. Langs uwe grachten Mijn schoone stad, ga ik aanbiddend voort. Nooit en nergens vergeet ik uwe prachten. Maar ik heb de stem van Jeruzalem gehoord.
LONDEN.
Heesch en onheilig schort uw stem, o, Londen. Gij haart al boete en al gebeden.
En toch heb ik ook hier een plaats gevonden Voor Sabbathdienst en Sabbathvrede.
18