PARIJS.
Uw straten zijn rijker dan steden.
Mijn Lied onthoudt u niet zijn Lof.
Maar bij de weelde onzer Sabbathgebeden Valt al uw weelde wan en dof.
ROME.
Rome: gij hebt u schat van schoon vergaderd, Door de eeuwen heen, meer dan één Stad. Maar als de tijd der Sabbathbeden nadert, Keert zich mijn hart tot eeuwger schat.
NAPELS.
Een wonder bloeit die stille hof.
Van zon en schaduw onder donkre bogen. Hier bouwt de Godgewijde synagoge.
En het is Tijd voor Sabbathlof.
DE STORMENDE ZEE.
De zeeën schuimen en de stormen gieren.
Wij varen in Gods veiligheid.*
Vroom en aandachtig zal ik vieren Den Sabbath en zijn heiligheid.
JERUSALEM.
Den eersten Sabbath langs uw straten, Jeruzalem ga ik verwonderd voort.
Een vreemde? Neen: nooit meer verlaten Sinds God mijn bede heeft verhoord.
19