Brieven uit Jeruzalem

Titel
Brieven uit Jeruzalem

Jaar
1941

Pagina's
89



en breken. Maar wij vinden er de kracht, die het ploegen, bouwen en breken hun geestelijke waarde geeft.

En van den Klaagmuur wit en stil naar huis. Het kleurleven der straten, straatjes, steegjes. Mag ik het zien vandaag? Het specerijenstraatje. Zal ik er wel ingaan? Alles wolkt. De twijfel. De strijd. Het lieve bezwijken. Het is er geurig en zoel. Specerijen. En paardenkleeden, hoofddoeken, broodzakken. Daarin is de geur getrokken als een fijne bloemenstof. Bedwelmend. Er gaan arme Fellachen. En rijke, weidsche Bedouïenen, die van de overzijde van den Jordaan komen. De Klaagmuur en het specerijenstraatje.

m.

Avondgebeden in het weeshuis. Ik moet wel eens even om ons glimlachen. O, niet zooals Berkovitz, het onrustige jongetje, dat lacht onder de gebeden. En daarvoor dan (recht is recht!) ook wordt gestraft. Mijn hart lacht. En niemand ziet het. Want de heer Goldsmit laat alle diensten doen, volmaakt als in de grootste gemeenten. Ach, in het huis der weezen is één-oog koning. Ik krijg diensten en beurten, waaraan ik te Amsterdam, ja, zelfs te Haarlem, niet denken zou. Dan glimlacht de Eeuwigheid in mijn onrustig hart en zegt: „O, dwaze Serenissimus”. Aan het einde van den avond worden de beurtzangen gelezen ter eere van Gods Eenheid. Ik lees de twee laatste. Men leest ze in Holland iederen Sabbath. Hier niet. En er is weder die wonderlijke sensatie, waarvoor ik geen andere woorden weet dan: „woorden beleven”. Maar die woorden suggereeren u toch

85

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.