Brieven uit Jeruzalem

Titel
Brieven uit Jeruzalem

Jaar
1941

Pagina's
89



lant, beweert, dat het allemaal dieven zijn. Ik berisp hem: „Gij Arabier. Zij Arabieren. Foei.” Hij houdt vol: „Ma fisch! Een Arabische dief steelt ook.” En hij draagt al ons hebben en houden op één groot plat rotsblok achter ons, waar het water aan drie kanten omheen stroomt. En hij verbiedt den Arabischen jongens op dat rotsblok te komen. Zoo ontstaat privaateigendom! Zij legeren om ons heen, het ruischend water daartusschen. En zij bedelen, met smeekende blikken. Wij deelen eerlijk. Lekker, hè, dat Europee-sche brood. En de koekjes. En de bonbons. Wijn met water. En limonade. En piastertjes. Het ezeltje krijgt handenvol gras. Het hoeft den geheelen dag niets te doen. En omdat Challad zelf het is gaan huren, behandelt hij het ook op den voet van de meest-begun-stigde natie.

IX

En wij lezen. Wonderlijk, de Handelsbladen te lezen, van een week of drie oud, gedrukt te Amsterdam, hier waar het water ruischt te Ain Fara, met de meisjes om ons heen, en met de schuimende schooiertjes van de zwarte tenten om ons heen. Wat lijkt alles ver en klein, wat daar in Holland gebeurt. Een bont poppenspel. En wat zal het nu hard heet zijn tot Jeruzalem. Wij zien de zon, hoog en wit, door het gedekte wilgenloof heen.

En ik lees het. „Rechtsgeleerd Magazijn”. Signifische beschouwingen over Vaktaal en Volkstaal van prof. De Vooys. En als een gedicht zoo zuiver en zoo zeker bouwt zich in mij op, wat ik daarop antwoorden zal. Zoudt gij een betere studeerkamer wenschen dan 38

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.