Het vochtige park

Titel
Het vochtige park

Jaar
1935

Pagina's
92



Wie geen gramofoon heeft zingt in zich zelve in de werkelooze middaguren. De Duitsche meiden hebben altijd heimwee, ze zingen waarom ’t aan de Rijn zoo mooi is. Ach die Duitsche meiden hebben altijd heimwee en de slagersknechten stappen van hun fietsen om te luisteren.

Er was er een, daar is ’t mis mee gegaan, ze had geen gramofoon, ze zong nooit, ze had geen souteneur, om „popje” tegen te zeggen, ze had geen vriendin waarmee ze teeder was.

Ze had alleen ’n Hondje. Het was geen aardig wit beest op wollige pooten, het was ’n straathond wiens voorouders zich eindeloos vermengd hadden. Het Hondje was ’n mormel. Maar Willy (alle vrouwen hceten Willy) was wel heel dol op haar Hondje. Iedereen smacht naar ’n beetje hartelijkheid, alle vrouwen willen liefst ’n sterken man, die drinkt en af en toe slaat. Willy had haar vriend gehad, ’n kellner, iets jonger dan zij, ze had hem eenvoudig ingepalmd in ’n cafétje, waar hij ’n borrel nam en waar haar soort niet komen mocht, ze had eerst door de reet van ’t leeren voorhang gelonkt, toen was ze brutaal naar binnen gegaan, de baas had ’r d’r uit willen zetten, maar de Jongen had gezeid: dan krijg je met mij te doen, ze was toen drie-cn-twintig, ’n jaar of twintig was hij. Hij had ’r wat laten drinken, ’n „imitatie”, en toen had zij hem

62

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.