zoo lang, en me nichie, die is d'r ook mee om 't hoekie gegaan, net zoo goed, dus wat dat anbetreft, je moet je eigen niet ongerust maken, hoor!”
Toen werd Jolie helsch en giftig. Hij had den man het tweede borreltje graag in ’t gezicht gesmeten! Ellendige goi, zeg wat goeds! Moet ik daarvoor in je kroeg komen? Is dat m’n troost? De smaak was Jolie vergaan, het walgde hem voor zijn tweede glaasje....
Maar natuurlijk, ’t was zijn verdiende loon. Dat kwam ervan, als men als fat-soenlijke joodsche jongen uit een knap-pe familie borreltjes ging drinken om zich te verzetten.... Hoe schaamde hij zich niet? Diep was hij gezonken, en dat kwam allemaal door die vreeselijke ge-beurtenis daarginds.... O, o....! Hij haal-de smartelijk zwijgend zijn beurs voor den dag en betaalde zonder zijn glaasje leeg te drinken, hoewel ’t er verleidelijk uitzag....
87