De vrouwen stortten naar binnen. In een minimum van tijd was de rust uit alle hoeken van het huis verdreven. Het was alsof er moord en doodslag ge-beurde....
Grootmoeder Hindele dribbelde in de keuken, snauwde naar Zwaantje, liep halverwege de trap op, dibberde weer terug, roerde in de soep, huilde en be-gon te bidden....
De stem van Costa Gomez donderde tegen die van de barende op.... ״Voor-uit! Hier, juffrouw Coronel, sta niet te suffen; geef öp, juffrouw Clara, pluk-sel, meer pluksel....! Doorzetten, Duifje, doorzetten!”
Op dat oogenblik baande een jonge man daarbuiten, die van plan was, eens naar zijn zuster te gaan kijken, zich een weg tusschen de menschen door.
״’t Is meneer Hijman,” zeiden de lie-den, eerbiedig uitwijkend.
78