boende keukentafel. Zij verschoof nij-dig een kopje dat er stond.
״Geen spog drinken krijgt me d’rbij,” mompelde ze.
Voor geen geld in de wereld zou zij naar boven zijn gegaan. De heele week had zij het huis beheerscht, maar nu de zaak eenmaal aan den gang was, bleef zij liever 'n eind uit de buurt.... Het was al zoo lang geleden, zoo ver in de sche-mering van haar herinnering terug, dat zijzelf met deze dingen te maken had gehad....
En toch voelde zij wel, dat zij eigen-lijk boven hoorde te zijn.... Dies maakte zij zich bovenmate verdienstelijk, als iemand die in de keuken onmogelijk ge-mist kon worden, en joeg Zwaantje de stuipen van zenuwachtigheid op het lijf. ״Wat schta je daar as eenpötpaschtei?” vroeg ze, toen de meid weer beneden kwam, kwaad, dat die haar zag eten. 74