״Moeder, eet u wat!”
״Ik? Eten?” 'n Kwaadaardige blik uit de felle zwarte oogjes. ״Al leg je d’r goud bij ,daar, dan kan ik nog niks door me keel krijgen.... Wat heb je daar dan?”
״’n Stukkie haring heb ik voor u....”
״’n Stukkie haring? Hei-je niks anders? Nou, leg het daar maar neer, misschien eet die sjikse3) het op....”
Maar de sjikse had haar eigen portie, zooals grootmoeder Hindele zeer wel wist.
Zwaantje ging naar boven met versch koffiewater en als een havik schoot de vrouw op den haring en het brood af. Was het een goed stukkie haring? Zij probeerde het tusschen de vingers. Men kon het allicht eens proeven.... Voor-zichtig mummelde zij de hapjes, gezeten boven haar warme stoof, aan de witge-
*) Christenmeisje.
73