ze weet niet wat ze zegt, ga maar zoo-lang de kamer uit.”
En mijnheer Davids ging de kamer uit, naar den winkel, waar hij op een stoel-tje ging zitten, met het hoofd in de han-den.
Ja, maar als de dokter nu gehaald moest worden! Hij luisterde schuw....
Bekkie kwam in den winkel. Ook haar knieën trilden. Ja, want die groote Bek-kie, die alles haarfijn wou weten en overal van meepraten en van alles ge-tuige wou zijn, had ten slotte, als ’t er-op aankwam, geen moed om erbij te blijven en de handen stonden haar ver-keerd van verbouwereerdheid....
Maar ze had toch een taak, die ze doen kon en toen ze maar eenmaal uit de ka-mer was en tegenover haar bangen zwager stond, kreeg ze weer durf.
״De dokter moet gehaald!” zei ze. ״Vooruit, loop hem achterna!” Want
59