nóg zoo groot en eigenwijs —of zij heeft ze voor het eerst de billetjes gewasschen en de kruintjes ingesmeerd met zoete olie. Hoe het haar nog heugt van Bek-kie, de hekkensluiter, dat die is gekomen toen niemand meer wat verwachtte, om״ dat de juffrouw al veel te oud was! Dus, zooals ik zeg, een beste baker is juffrouw Coronel, maar dan moet er ook wat te bakeren vallen! Zooals nu is het al te mal. Juffrouw Coronel ׳— die in de wandeling tante Rifke heet — is in haar hart verontwaardigd. Drie da-gen, — hoe laat men iemand drie dagen voor niets komen? Meent men dan dat zij geen huishouding heeft? Moet zij niet op Donderdag de ramen lappen van haar bovenhuisje, en den grond dweilen, en had zij niet linzensoep moe-ten koken met meelballetjes erin, waar haar kind zoo van houdt? Denkt men dat een arme weduwvrouw niets an
25