dan? ׳— op de canapé. Ze is telkens ver-schrikt overeind gekomen, heeft haar trijpen toffels over haar witte kousen gedaan en is in haar onderrok en paars nachtjak naar het bed van haar doch-
ter geloopen Nou, wat er is dan,
mijn arme kind, kan je dan niet stil zijn? .... Kom, bedaar maar.... moet je dan zoo lijen, ach God....”
״Gaat ü nou maar naar bed,” hebben de omstanders gezegd, ״gaat ü nou maar liggen, moeder, u helpt 'r toch niet en u scheurt je maar af....”
En ze heeft ’n beetje gehuild en is toen weer gaan slapen, op haar canapé.... Nog nooit is haar zooiets over het arme, verbijsterde hoofd gegaan.... Ze heeft toch zelf óók tien kinderen ter wereld gebracht, haar oudste dochters hebben kinderen gekregen zonder dat een haan er naar kraaide, maar dit....! Dat eerste kind van Duifje zal haar heugen!
Het eerste kind?.... Wat houdt ze al ver!
23