tan, die zich met niemand bemoeit en altijd 'n beetje ’n vreemde blij ft, al voor-bij.... Dat herinnert hen aan den han-del....
Ja, de dag-van-verkoop moet evengoed aangevangen worden, al gebeurt er wat er gebeurt.... De Vrijdag is een zaken-dag. Wie dan niet verkoopt, verkoopt nooit.
En de karren beginnen, hortend en stootend en ratelend over de keien, of ze niet weg willen, hun moeizamen loop. Het zingen der venters verheft zich als een weemoedig koor....
De werkvrouwen uit de Goudsbloem-dwars- of de ״Louwelier”-straat, die vandaag de huizen een goede beurt zul-Ien geven, komen, met de handen onder den omslagdoek, het zwarte wollen mutsje met bolletjesfranje op het hoofd, het heldere witte schort netjes boven het bonte werkschort gestrikt, en een druppel aan den neus, aangesloft. Som
2
17