'Hoort Israël...' 45
nummertje liedjes weggeven, voordat hij schoenen ter reparatie meekreeg. Spoedig was het zo, dat de mensen blij waren, wanneer hij kwam om werk te halen ofte brengen. Hij bracht de gezelligheid mee. De Zingende Maandag.
Er was een schoon lied, waarin verteld werd van een man, die werkloos was, terwijl zijn vrouw elk ogenblik de geboorte van een kind verwachtte. En ze had zo'n razende trek in gebraden gans, dat zwangere mens. Nu weet iedereen, dat men een vrouw, die hoog in de maanden is, niets mag weigeren van het voedsel, dat ze graag wil eten. Dat kan haar hinderen; zoiets kan op het kind slaan. Die werkloze man wist dat ook en daarom was hij juist zo radeloos. Want hij wilde zijn vrouw toch zo graag op gebraden gans trakteren en hij bezat geen rode duit. Enfin, die man is de straat opgelopen, totdat hij voor de kelder van de poelier stond. Daar hingen de gevilde ganzen aan lange stokken, naast elkander, wel twintig. Met verlangende blikken keek de man ernaar. En in het korte ogenblik, dat de poelier zich even omdraaide, greep de man zo'n gans, gaf er een ruk aan, en trok het beest van de lat af! Stopte het onder zijn jas en rende naar huis.
Zei hij tegen zijn vrouw:
'Hier heb je je gans.'
Maar toen begonnen de rampen pas goed. Want de vrouw wilde beslist weten hoe haar man aan een gans had kunnen komen. Geld had hij niet. Had hij het beest misschien gestolen? Ze wond zich ontzettend op. Iedereen weet, dat opwinding een vrouw, die hoog in de maanden is, kan hinderen. Ook dat kan op het kind slaan. Als de politie zou komen om hem te halen, wat moest ze dan doen? Alleen en onverzorgd zou ze achterblijven en het kind zou een vader krijgen, die in de gevangenis zat, het kind van een dief. Zo jammerde die vrouw. Zei die man ten einde raad:
'Nou, als je het dan beslist wilt weten... ik heb die gans getrokken.'
En de vrouw dacht, dat hij het beest bij een verloting had getrokken, en ze had er natuurlijk geen idee van, dat hij bedoelde: van de stok getrokken!
Erg leuk liedje was het, een tikje zwaarmoedig ondanks de pret. Het verhaaltje zelf is stokoud, geloof ik. Maar meneer Maandag had er een bijzondere wending aan gegeven. Want, zo zong hij verder, in dat huisgezin van die doodarme mensen hadden ze nog nooit kip of gans gegeten.
Eet een arm mens eens gans, Dan is 't een oude wet: