kozen. Een van de fabrieksgeheimen van Brijne is, dat ze eerst de vel-kant en daarna de vis-kant bakt. 'Dan trekken de stukken niet krom.'
En verder is haar diepste fabrieksgeheim: de bakolie. Ze haalt haar olie bij baas van den Heuvel op de hoek van het pleintje en de Houttuinen. Die mengt voor haar een speciaal brouwseltje. Het is per definitie een oliewinkeltje. Op de kale houten vloer bij de wrakke toonbank staan grote vaten. Raap-olie. Zoete olie. Bak-olie. Verderop staat een ijzeren ton met een handzwengel-pomp er bovenop. Pieterolie, of zoals de nieuwerwetse mensen zeggen: petroleum (ze spreken het zó uit, dat het rijmt op koudkleum). Aan de zoldering hangt een guirlande van vet-kaarsjes, pit aan pit, als een snoer van witte knakworstjes. Vet-kaarsjes zijn een geneesmiddel. Je neemt een stuk grauw papier, smeert dat goed in met kaarsvet en dat draag je onder je borstrok. Het beste middel om verkoudheid te voorkomen. De oude van den Heuvel geeft ook raad in moeilijke ziektegevallen.
'Van den Heuvel, mijn dochtertje heeft een zware kou, de hoest zit vast op de borst. Wat zal ik doen ?' 'Neem een rammenas.' 'Een rammenas ?'
'Een rettisj, een doodgewone rettisj, die holt U helemaal uit en dan zet U hem rechtop. En dan vult U hem met bruine suiker.' 'Met bruine suiker... ?'
'Juistement, met bruine suiker. Dan laat u hem een paar dagen staan. Die bruine suiker wordt stroop. U vult steeds weer suiker bij. En dan de stroop drinken. Het beste middel tegen een hoest, die vastzit op de luchtpijp.'
In het oliewinkeltje van Van den Heuvel komen de kinderen
64