Meester Sikkie en Japie Schapendief leefden mijlenver van elkander verwijderd. Maar •ze lieten ons een eender lied zingen. Ik begin te vermoeden, dat daardoor die twee in mijn gedachten altijd verbonden zijn gebleven. Een niet zo heel vrije, vrije associatie. Sikkie heeft met glans en glorie jarenlang op het pensioenfonds geteerd. Toen hij de laatste maat van zijn leven had aangegeven, stond er een tukje over hem in een krantje. Sic transit. Sikkie transit...
Japie, ouwe, trouwe, vrome, slome Japie, waar je nu ook bent, moge de Grote Porder je eens lekker laten uitslapen tot de dag aanbreekt, waarop we allemaal moeten opstaan.
Maar wat zal je vreemd opkijken, Japie, als je na je opstanding naar het Beth Ha Midrasj in de Rapenburgerstraat wil gaan om het laatste beetje slaap kwijt te raken. Wat zal je vreemd opkijken... slopers zijn met geweld van breekijzers en bulldozers bezig de huizen in de buurt omver te trekken.
Slopen gaat sneller dan bouwen. Op maandag loopje door de buurt, kijk, kijk een huis, dat je je levenlang hebt gekend, staat er warempel nog. Vrijdag kom je er langs en nu is opeens een kies getrokken uit de lange rij van gevels. De huizen, die nog niet aan de beurt konden komen, staan overeind te hangen als zerken op een verwaarloosd kerkhof. Sommige huizen mogen echter blijven leven. Die hebben een plaats op de Monumentenlijst. Die ■zijn gesperrt... Maar de Rapenburgerstraat is een van de vele straten, die eraan gaan, onherroepelijk. De Rapenburgerstraat waar je ,s avonds in het Beth Ha Midrash vroom maar niet altijd onhoorbaar zat te slapen, Japie.
Het is een lange lijs van een straat, zonder gein of krijn. Ze houdt het midden tussen dode deftigheid en open armoede. Achter de huizen aan weerszij zijn grachten. De hempie-raak-
54