De oude Daantje weet het misschien niet, maar hij is vertolker van een oude diepe wijsheid. Als in het boek van Zangwill de schatrijke Joseph Grobstock zich er op laat voorstaan, dat hij van het vele goud, dat hij heeft verdiend, een portie aan de be-hoeftigen heeft geschonken, richt Zijne Majesteit Manasseh Bueno Barzillai Azevedo da Costa, de Eerste en de Laatste, de ongekroonde koning der schnorrers, zich trots op en spreekt de onsterfelijke woorden:
'Waarom hebt U Uw goud weggegeven? Voor Uw eigen genoegen. Maar wat zegt Midrash ? 'Er draait een wiel door de wereld - die vandaag rijk is, is morgen niet rijk, want God brengt de een naar boven en de ander smijt hij omlaag, zoals geschreven staat in de Vijfenzeventigste Psalm: verhoogt Uwen hoorn niet omhoog; spreekt niet met stijven hals.'
Zo gezwollen redevoeren de mensen in de buurt niet. Maar ze bedoelen hetzelfde als ze Japie Schapendief een paar centen geven en zich, kwansuis, als tegenbeloning, laten zegenen. De kinderen, met hun onfeilbaar gevoel voor het verschil tussen echt en schijnecht, zien het oude gouden zieltje glimmen onder de cocon van oude jasjes. Voor de ordinaire bedelaars zijn ze bevreesd, maar het oude kereltje is voor hen een wankel bruggetje dat regelrecht naar de Algoede voert, waarvan ze op het Joodse schooltje leren, de Ongenaakbare, die ergens heel hoog en heel ver weg troont tussen wolken van zilver en goud en Zijn stem zal eens klinken als het gebeier van duizend bronzen klokken, bim-bam, bim-bam over het woud, nee, over de hele wereld, bihim-bam, bim-bam, bam... net als in het schoolliedje van meester Sikkie.
53