Hun lach klinkt van zo ver ...

Titel
Hun lach klinkt van zo ver ...

Jaar
1959

Druk
1959

Overig
3ed 1959

Pagina's
202

Hoorspel


'Drie keer per week.' 'En de graaf?' 'Vijf keer per week.' 'Enne... de Czaar?'

'Elke dag. De Czaar trekt vast en zeker elke dag een schoon hemd aan.'

'Enne... enne... Rothschild?'

'Rothschild? Oh Rothschild, die trekt uit, die trekt aan, die trekt uit, die trekt aan... zo'n man weet tenminste wat leven is.'

Door zo relativerend te spreken over arm en rijk, doordrenken ze de kinderen met de wijsheid, dat aards bezit slechts betrekkelijke waarde heeft. Niet dat de bewoners van de oude buurt de deur op het nachtslot doen wanneer de honderdduizend op de stoep staat. Maar sterker dan de menselijke drang naar bezit is hun zintuig voor de betrekkelijkheid van alle dingen. Filosoferen ze:

'Een Jood moet nooit generaal worden en ook geen minister en

een huis moet hij ook nooit kopen.'

'Waarom zal hij geen huis kopen ?'

'Kan men dan een huis onder de arm meenemen ?'

Levensonzekerheid is een machtige hefboom voor menselijk

denken en handelen. De kinderen worden er mee geboren. Ze

kennen het gevoel al, voordat ze weten wat het is.

Zegt arme Daantje,die een snoeptafeltje exploiteert, tegen zijn

klantjes:

'Als ik zo rijk ben als Rothschild, ben ik rijker dan Rothschild.' 'Waarom?'

'Denk je dat ik mijn snoepwinkeltje zal sluiten? Een mens kan toch nooit weten.'

52

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.