is zo min een schnorrer als een slepersknol een paard, dat voor de landauer van de Koningin mag meesteigeren. De schnorrer is een wijs man, hij maakt althans de indruk. Hij bedelt nooit, hij geeft te verstaan. Hij accepteert geen aalmoezen; hij aanvaardt giften. Hij stelt rijke mensen slechts in staat de deugd der liefdadigheid te beoefenen. Een weldadig man is welgevallig in Gods oog. De verhalen over schnorrers behoren nog juist tot de realistische vertelkunst, die over de miljoen-nairs zijn reeds van visionaire aard. Legende. Rothschild en Montefïore zijn sinds lang geen eigennamen meer. Het zijn aanduidingen van symbolen. Kijk eens hoeveel goed een Jood kan doen. Luister eens hoeveel zegen hij voor zijn geloofsgenoten kan verspreiden.
Op de Muidergracht draagt een heel straatje ('een park') de naam van Sir Moses Montefiore, die de Engelse koning raad gaf wanneer de monarch niet wist hoe hij zijn geld moest beleggen, en Sir Moses stond er borg voor, dat ook de armste Jood in het Verenigde Koninkrijk geen baardhaar geschonden werd. De naam Rothschild is evenwaardig aan mild begrip en onverschrokken moed, wanneer het er op aankomt de Czaar aller Russen onverbloemd de waarheid te zeggen, de Czaar, die een chammer (ezel) is, omdat hij de anti-semieten in zijn land de vrije teugel laat. Zijne Majesteit Chammer de Eerste. Maar hoe leven zulke rijke mensen ? Om dat wonder de kinderen duidelijk te maken, vertellen de volwassenen een verhaal. Zegt de ene arme man tegen de andere arme man: 'Hoe vaak, denk je, trekt de rabbijn een schoon hemd aan ?' 'Nou, ik zou zeggen, twee keer per week.' 'En de huisbaas ?'
51