Dan zeg ik:
״Kom, laat ik maar een beetje verder slenteren."
„Waarom loop je niet met me naar mijn winkelt"
„Waar is die dan!" vraag ik onnozel.
„Loop maar mee."
We staan voor Angelo's Bookshop.
„Hier is het", zegt hij.
„Hiert Dan heb ik gisteren nog voor je winkel gestaan. Maar ik had er geen idee van dat het jouw winkel was."
„Weet ik", zegt hij, voor zijn doen ongewoon slim kijkend. „De buren hebben me gisteren verteld, dat er een vent van bij de twee meter voor de etalage heeft gestaan."
Ik kijk hem van opzij aan. Houdt deze vent zich zo dom of is het een sluwe knaap t
In het winkeltje stinkt het huizenhoog. De echte onvervalste lucht van hennep-sigaretten.
Hy zit op een stoel, ik op een kruk aan de toonbank.
„Zullen we een spelletje spelen?"
„Best. Wat speel je?"
„Scrabble."
Het is een kinderachtig spelletje met lettertjes, die op hokjes worden gelegd. Een soort domino, maar even iets ingewikkelder. Bovendien moet je er goed Engels voor kennen, nou, en zo prima ben ik als zeeman in die taal niet onderlegd.
Terwijl we spelen schuift de mouw van zijn rafelig jasje een eindje langs zijn polsen omhoog. Zijn benige arm zit vol rode plekjes en bultjes. De vent is ook nog
87