Er werd inderdaad na heel wat zoeken een adres in het noorden des lands gevonden, waar barmhartige mensen het gezin wel wilden verbergen. (In de jaren daarna werd het 'onderduiken' veel meer en beter georganiseerd, maar midden 1941 moest dit deel van het verzet nog op gang komen.) De mensen, die het adres hadden verzorgd waren weer kennissen van Lien Tholen. Toen ze naar iemand zochten, die het gezin Leeuwin zou kunnen begeleiden, dachten ze aan Lien. Bijzonder veel moeili jkheden bij het reizen hadden de Joodse Nederlanders toen nog niet, al kwam het toch voor, dat ze door een of andere Nazi in de trein werden lastig gevallen - maar Hartog Leeuwin was door de beproevingen, die hij had doorstaan, zó ge-
50