heeft gelijk. Als het uur slaat, dat de bondgenoten sterk genoeg zullen zijn om van Engeland, het belegerde fort, de uitval naar het vasteland te wagen, zullen ook de Nederlanders klaar staan, gereed voor de goede strijd. En zo zal het zijn in Frankrijk, in België, in Denemarken en Noorwegen, overal waar de vaan der vrijheid moest worden gestreken, maar het vuur der vrijheid in het geheim is blijven branden.
Dirk had ruimschoots gelegenheid het langzame ontwaken van het voorjaar in het Friese land gade te slaan. Van boer Tuinstra had hij een veldkijker geleend. Daarmee bespiedde hij het leven van vogels in de weilanden en verderop op de vaart en op het meer. Meer dan eens richtte hij de kijker op de boerderij van boer Veldhuizen, de naaste buur van Taeke, anderhalve kilometer verder. Op het land was het nog niet druk, maar op de boerderij waren mensen met allerlei karweitjes in de weer. Dirk was er zelf nog nooit geweest, maar hij had de hofstede nu al dikwijls door de kijker gezien. De mensen, die op de plaats werkten of woonden, kende hij niet bij name, maar wél van lichaamshouding en gezicht. Toen hij op een ochtend (Willem was weer eens op reis gegaan) zoals gewoonlijk door de verrekijker naar de boerderij van Gijs Veldhuizen keek, zag hij daar een vrouw of meisje, dat hij nooit eerder had opgemerkt. Iets in de gestalte en de bewegingen van de nieuwelinge kwam hem bekend voor, maar hij wist niet precies wat het was. Zij droeg een bontgekleurde doek over het hoofd, op de manier van Russische boerinnen in films, en daardoor kon Dirk vanuit de verte met de kijker haar gezicht nauwelijks scherp voor zich halen.
39