ber konden de berichten omtrent de gang van de oorlog (en dikwijls waren ze zeer somber) niet zijn, of Willem zei: 'Kop op, jö, het kan jaren duren, maar ze gaan er onder door, de moffen.' En dan begon hij te vertellen wat hij op zijn reizen door het land had gezien en gehoord. Opnieuw kon Dirk dan het gevoel niet van zich afzetten, dat Willem op een zeer bijzondere manier ten behoeve van zichzelf overdreef. Hij fantaseerde niet. Hij stelde de zaken zo voor, dat hij er zelf moed uit kon praten.
Dirk had ook vroeger niet alleen grote vriendschap voor Willem
gevoeld, maar hij had onbewust altijd begrepen, dat in zijn vriend
een echte 'leidersfiguur', zoals men dat noemt, verborgen was. Nu
echter groeide zijn ontzag voor Willem steeds meer.
'Jij bent er eentje, die van binnen in brand staat', zei hij eens tegen
Willem, 'jij hebt eigenlijk geen aanmoediging nodig om door te
gaan.'
'Toch heb ik ook mijn moeilijke ogenblikken', antwoordde Willem, 'wij, de jonge mensen van 1940 worden heel gauw volwassen, dat doet de bezetting.'
'Twijfel jij nooit...?' vroeg Dirk aarzelend. 'Vaker dan je denkt,' antwoordde Willem, 'ik kan soms midden in een gesprek opeens stil worden. Dan denk ik: waar moet dit allemaal mee eindigen? Zal ik ooit van mijn leven weer een normaal bestaan kunnen leiden? Maar dan zet ik de tanden op elkaar. Ze moeten eruit, de Nazi's, en ergens heel diep in mijn hart weet ik, dat ik het ogenblik zal beleven waarop ze er inderdaad uitgaan.' Als Willem bezig was zichzelf moed in te spreken, vertelde hij Dirk hoe hij zich het verdere verloop van de ondergrondse strijd zag. Hij wilde uit het hele land rapporten hebben. Die zou Dirk dan door de geheime zender naar Londen moeten doorgeven. Voorlopig echter leek het er weinig op, dat dit spoedig zou kunnen gebeuren. Taeke Tuinstra verzamelde zo goed en zo kwaad als het ging wat gegevens, maar al dat materiaal bij elkaar was maar bitter weinig en Dirk begreep, dat ze er in Londen niet veel mee zouden kunnen doen. Later, ja later, als er voldoende materiaal binnenkwam en verzameld was, konden ze erover denken een koerier naar Londen te sturen, maar voorlopig was dat nog toekomstmuziek. Het meeste had Dirk nog aan papiertjes, die Willem in een bui van optimisme 'de geheime pers' noemde. Kleine stukjes papier, waarop
37