zullen worden benoemd. Er gaan een paar weg, en er komen nieuwe voor in de plaats. En raadt eens, waar die nieuwe ministers vandaan zullen komen?'
'Nou, nogal glad', zei Dirk, 'natuurlijk uit bezet Nederland.' 'Niks hoor', gnuifde Gerard, 'die nieuwe knapen komen uit... Indië.'
'Uit Indië?' herhaalde Willem, 'waarvoor is dat nou nodig?' 'Tja', zei Gerard, 'in zulk soort zaken zijn er altijd twee redenen, de officiële redenen, die in de kranten komen en de werkelijke redenen.' 'En zou je ons dan in dit geval de werkelijke redenen kunnen onthullen?' spotte Willem.
'Warempel wel', zei Gerard, 'maar nogmaals: mondje dicht. Kijk, er zijn mensen, die stijf en strak volhouden, dat de Japanners ervan dromen van de algemene rommelzooi, die de wereld tegenwoordig is, gebruik te maken om heel Azië eventjes in te pikken.' 'Héél Azië', zei Dirk, 'meer niet?'
'Daar moet je niet zo gering over denken', zei Gerard, 'ik zelf heb van zulke zaken niet zoveel verstand, maar mensen, die het weten kunnen, houden stijf en strak vol, dat Nederlands-Indië moeilijke tijden tegemoet gaat en niet alléén Nederlands-Indië. Die mensen zeggen verder, dat super-geheim overleg tussen Londen en Batavia tot gevolg heeft gehad, dat een stel bekwame jongens uit Indië naar Engeland zal komen om, als de zaak mis mocht gaan, in elk geval bij de hand te zijn om de regering hier met raad en daad terzijde te staan.'
Willem keek nu bedenkelijker dan straks. Hij scheen nu de ernst van de mededeling in te zien.
'Mijn vader', zei hij langzaam, 'was kolonel in Indië toen hij nog leefde, zoals Dirk wel weet* en die zei altijd: mensen hou de Jap in de gaten, hij is indertijd de oorlog met China begonnen zonder waarschuwing, hij is in 1904 de oorlog met Rusland begonnen zonder oorlogsverklaring, maar met een onverhoedse aanval - hou de Jap in de gaten. Als hij de kans krijgt, pikt hij ons Indië in.' 'Nou', zei Dirk tegen Gerard, 'ik wil de geloofwaardigheid van jouw relaties niet aantasten, maar het hele verhaal lijkt me nogal wonderlijk.'
Het bleek echter toch niet zo fantastisch als Dirk had gedacht, want * Zie 'Tussen speurders en spionnen' blz. 51
119