dat die kerels zich opvreten van de zenuwen. Maar het zijn Engelsen, dat wil zeggen, ze tonen hun gevoelens nooit in het bijzijn van vreemden. Let maar eens op de soort grapjes, die ze maken, dan weet je hoe geel ze zijn of hoe ze hem knijpen, om het in goed Amsterdams te zeggen.'
Inderdaad, de grapjes waren van een zeer luguber soort. Eén van de piloten zei tegen een andere, die eveneens mee zou vliegen: 'Zeg, als jij vannacht de emmer omschopt, mag ik dan morgenochtend jouw spek met eieren extra bij mijn ontbijt?' 'Oké', zei de andere grimmig lachend, 'maar mocht jij het vannacht gehad hebben, dan krijg ik je vulpenhouder - leg hem maar voor me klaar bij de baas van de cantine.' 'Oké.' David zei:
'Het zal wel aan mij liggen, maar ik vind dat een soort gijn waarvan ik moet huilen in plaats van lachen.'
Toen het gebrom van de tien bommenwerpers in de verte was verklonken, wilden Dirk en Willem opstappen. 'Over een goed uur', zei commandant Ewer, 'verwacht ik een veertig bommenwerpers uit Amerika. Hebben jullie zin te wachten totdat ze landen? Maar het kan wel morgenochtend vroeg worden, voordat de laatste binnen is.' 'Graag', zeiden de jongens.
Om één uur 's nachts flitsten plotseling de lichten op de landingsbanen aan. De omtrek van het vliegveld werd eveneens verlicht. Een paar kolossale zoeklichten staken hun lichtpilaren recht omhoog naar de hemel, als een baken.
De eerste machine kwam binnen. Vlot en zonder enige moeilijkheden. De piloot taxiede naar een hoek vain het terrein. Kwieke jonge kerels sprongen eruit.
'Hi handsome', zei de piloot tegen commandant Ewer en deze grijnsde.
'Alles in orde?' vroeg commandant Ewer.
'Nee', zei de Amerikaan, 'één van de kisten heeft moeilijkheden. Hij vliegt wel, maar er is iets aan de hand met zijn landingsgestel. Hij heeft het straks pas gemerkt en me per radio op de hoogte gebracht. Ik heb order gegeven, alle andere machines landen eerst,
115