zoo makkelijk als voor jou... Wat is er van je dienst. Wor־je gestuurd of kom je uit je eigen en vertel 's, ben je van plan me lang te vervelen?"
Jacobus mindert met vier remmen vaart. Hol־ landsch in plaats van het verwachte Engelsch! Dat is eventjes wat vreemd terrein. Nou kalm aan en zorgen, dat je geen schuiver maakt.
„Och... wat aardig", zegt hij liefjes, „bent U dus een Hollander, ik dacht..."
„Waarmee?" blaft de Amerikaan, „meneer, mijn tijd is nog beperkter dan je begrip... schiet op, doe je boodschap en zanik niet."
Houd nou je remmen vast, Jacobus Fredericus.
„Ik ben Uw buurman van vier hoog."
„Wist ik ... what is the matter."
Jacobus Fredericus zuigt de longen vol lucht. Als hij zoo meteen het ventiel los laat, is er geen macht ter wereld, die het leegloopen belet.
„Ik heb", ontploft hij, „ik heb een brief ont־ vangen... enne ik dacht, dat ie voor mij bestemd was... drie en een half jaar zonder, da's geen kattedrek ... enne komt dan de brievenbesteller, dan heb je natuurlijk waarachtig wel wat anders aan je kop dan om eerst 'n adressie te lezen... enne ik heb den brief opengemaakt... enne toen heb ik gezien, dat־ie heelemaal niet voor mij was, maar voor U ... enne, met opzet heb ik 't natuur־ lijk niet gedaan... maarre... ik dacht zoo, laat
15