den we; dan viel er eenvoudig niet met haar te redeneren.
״Met zeven paarden hou je me nog niet hier," verklaarde ze stijfkoppig.
Moeder riep de hele familie bij elkaar. Grootmoeder zat als een koningin tussen haar hofhouding en luisterde. Iedereen sprak tegelijkertijd. Maar er was niemand, die het plan goedkeurde. Ze konden praten zoveel ze wilden, grootmoeder zei alleen maar: ״Ik ga toch . .. afgelopen is het."
Een paar weken lang is ze de bezienswaardigheid van de buurt geweest. Als ze op straat liep, wezen de mensen elkander het oude vrouwtje aan:
״Die gaat alleen naar Londen .. . Over de zeventig is ze, en ze kan alleen maar een beetje Yiddisj spreken. Lezen en schrijven kan ze helemaal niet. Het is een schandaal, ze moesten de politie waarschuwen. Een familie die zoiets goedvindt is zelf rijp voor Meerenberg." Grootmoeder is alleen naar Londen gereisd. De hele familie heeft haar naar de trein gebracht. Alsof ze een klein kind was en niet een vrouw van twee en zeventig. Ze had een rieten koffertje bij zich met wat kleren en wat broodjes en boterkoek. Dat was voedsel voor de reis, waarop ze kon leven, totdat ze eten zou krijgen, dat haar dochter zelf had klaargemaakt. Van vreemde keukens at zij niet. Ze is in de trein gestapt en ze is ook op de boot gekomen. Het was nog voor de eerste wereldoorlog en de mensen konden toen vrij gemakkelijk van het ene land naar het andere reizen. En zeeziek is ze niet geweest, ofschoon het vuil weer was. Ze vertelde ons later een mooi verhaal van een ontmoeting, die ze op de boot had gehad. In de kajuit zaten een paar mannen te kaar
28