gegaan weet ik niet. Zijn ze in de grote catastrophe van de Duitse bezetting verdwenen? Ik vermoed, dat ze de verschrikkelijke tijd niet hebben overleefd. Dat leid ik af uit wat ik later hoorde. Een van mijn collega's, een verslaggever van een der kranten, vertelde me namelijk onlangs het volgende:
״Ik heb voor mijn krant een reportage gemaakt over het gevangeniswezen in Nederland. Daarbij heb ik ook een bezoek gebracht aan de strafgevangenis in Leeuwarden, waar de zware jongens zitten, en laat ik nou die knaap gezien hebben, die indertijd die geruchtmakende lustmoord heeft bedreven. De Duitsers hebben h é m met rust gelaten. Alle Joden hebben ze weggesleept. Overal hebben ze razzia's gehouden, behalve in de strafgevangenis ... en zo is Arie een van de weinigen, die van de hele bezetting niets heeft gemerkt, of althans bijna niets .. ."
„Heb je hem nog gesproken?" vroeg ik; even flitste voor mijn geest een filmpje van mijn jeugd: rattenschieten in de oude school, meester Snotje, Arie, die huilde om een pak slaag, dat een andere jongen had gekregen, Arie die stille jongen.
„Ik heb een paar woorden met hem kunnen spreken," zei mijn collega. „Hij kreeg nooit meer van iemand bezoek, vertelde hij me, het schijnt dat zijn hele familie verdwenen is . .. en dat vond hij wel erg beroerd ... en nou voelt hij zich in de strafgevangenis te Leeuwarden zo eenzaam."
119