gedragslijn zal zij op den duur niet kunnen volharden. De organisaties, die de landverhuizing naar en den opbouw van Palestina bevorderen, zullen te zijner tijd hare thans be־ perkte werkzaamheden wederom volledig kunnen ont־ plooien. Derhalve behooren zij in staat te worden gesteld dit te kunnen doen, machtig en onbekrompen, zoodra zij zich weder vrijelijk op het terrein van haren arbeid kunnen bewegen.
Hierbij moet in de eerste plaats gedacht worden aan het Palestina Opbouwfonds, dat alle weidenkenden, doch vooral alle Joden, behooren te versterken, opdat het zijn heilzaam werk nu en in de toekomst ten volle zal kunnen verrichten.
Alle Joden — ook zij, die evenmin van Sionistische ges zindheid zijn als ik het ben.
Hier is de plaats voor een woord van persoonlijken aard.
Van het Curatorium van het Palestina Opbouwfonds maak ik deel uit. Toch ben ik evenmin Sionist als eenige andere leden van dat college, hoe hoog ik vele elementen van het Sionisme ook schat. Ik steun het Opbouwfonds naar de mate mijner krachten, omdat ik deze instelling beschouw als de eenige, die kans geeft op uitkomst voor de beklagenswaardigen, die in Polen en andere landen ten doode toe gekweld, gedegenereerd en met wissen ondergang bedreigd worden.
Zie, lezer, het beeld, dat de wakkere schrijver van dit boek naar het leven heeft geteekend. Als gij het aanschouwt, zal afgrijzen u vervullen, zal verontwaardiging zich van u meester maken, zal toorn in u branden.
Laat dan deze gevoelens samensmelten en materialiseeren tot een daad.
Welke?
Ik heb het u reeds gezegd: de daad der hulpe aan het Palestina Opbouwfonds — de eenige, waarmede gij de ver־ volgers treffen, de vervolgden helpen kunt.
Laren, Mei 1932. HENRI POLAK.
5