De mannen vinden geen werk, de vrouwen zijn op hun vijf en twintigste jaar te oud en afgetobd om kunstmatig־־gewekte aantrekkelijkheid te kunnen omzetten in materieele waarde. De eenige mogelijkheid van geldverdienen voor vele gezin־ nen zijn de dochters, ouder dan zeventien en jonger dan twintig.
De meisjes, die nog een beetje schaamte voor hun omge־ ving hebben, zoeken een betrekking in het buitenland. Zij zijn voer voor Zuid־Amerika en aan het verkwanselen van haar lichamen verdienen hun rasgenooten een lieve duit provisie, want de meisjeshandel in Polen is voornamelijk in Joodsche handen.
De meisjes, bij wie de honger grooter is dan de schaamte, schuieren het vuil van hun manteltje, smeren rood op de lippen en vermeerderen het aantal adspirant־syphilis־bacil־ len־draagsters. En dat aantal groeit voortdurend; onrustba־ rend!
Niet alle Joden in Warschau leven zoo. Een kleine vijfdui־ duizend zijn nog in vrij goeden doen. Zij hebben het warme plekje tot dusver weten te behouden.
Van de jammer in Nalewki trekken zij zich niet veel aan. 's Avonds blinken hun gouden tanden en de diamanten hun־ ner matrones in Café ״Adria", waar muziek speelt en men zich verbeelden kan, dat het tijdperk der gelijkrechtigdheid toch is aangebroken.
Ik wenschte, dat ik de kracht bezat der oude profeten, om deze stad te vloeken tot in alle eeuwigheid.
־״vfir—
40