waren er 88 Joden. Van de 100 nietjoodsche inwoners zijn er slechts 22 in den handel.
Dat is de verklaring van het antisemitisme bij den handeldrijvenden middenstand: de talrijke concurrenten moeten er uit.
Cijfers zijn vervelend, maar eenige moet ik toch nog geven.
Het aantal Joden, dat in den landbouw werkt, bedraagt nog niet 1 pCt. van de geheele Poolsche bevolking. Ruim de helft der Joden is werkzaam in kleine bedrijfjes, 34 pCt. der Joodsche bevolking van Polen is in den handel. Het totaal aantal Polen bedraagt volgens dc jongste nog niet gepubli־ ceerde volkstelling 38 millioen; daarvan zijn ruim 2h millioen Joden. Deze zijn verspreid over een aantal steden, waar hun aantal varieert van 75 tot 20 pCt. der bevolking.
De overeenkomst van deze zonderling gevormde bevol« kingsgroep met den tropischen boom, die schijnbaar zijn voedsel uit het niets haalt, is deze: de lucht moet ten slotte ergens vandaan komen.
De lucht waarvan deze luchtmenschen leefden, kwam van de Poolsche bevolking. Ongeveer 88 pCt. der Poolsche be« volking is afhankelijk van de opbrengst van den bodem. Polen is een agrarisch land.
De landbouwcrisis geeselt Polen in dezen tijd met onge» kende hevigheid.
Een paard, levend en wel, brengt thans op de dorpsmarkt niet meer dan twintig, hoogstens dertig Zloty op. Dat wil zeggen: met een tientje is het te duur betaald. In de hoofd« stad kost in den kleinhandel vandaag een pond van het beste vleesch ongeveer veertig Nederlandsche centen. De beste aardappelen kosten ruim twee Nederlandsche centen per Kilo____en dan zijn ze duur. Uien: ongeveer een dub«
23