Daar zaten wij, impressies over 'Londen '40-'45'

Titel
Daar zaten wij, impressies over 'Londen '40-'45'

Jaar
1965

Pagina's
136



een watervalletje van de rotsen omlaag. Drinkwater! Ijskoud, fris en dorst-lessend.

Toen ze zich voldoende hadden verkwikt, deden ze een kleine verkenning. Vlak bij het strandje, waar ze waren geland, stond op een rots een baken. De klim tegen de rots was een schier bovenmenselijk karwei. Tot hun teleurstelling was op het baken geen enkele aanwijzing te vinden, die hun enig idee zou hebben kunnen geven omtrent de plaats waar ze zich bevonden. Wel echter waren vlak bij het baken enkele kleine uithollingen in de rots. Daar hadden meeuwen hun eieren gelegd. Die eieren droegen ze voorzichtig naar beneden.

Uit de sloepen werden de fecaliën-emmers gehaald. Ze werden goed uitgewassen en daarna met zand en ijs schoongeschuurd. Van de mondvoorraad, die nog over was, werden blikjes worst en cornedbeef voor het eerste maal op de wal bestemd. Er was nu immers fris water. Ze konden een vuurtje stoken, Van cornedbeef, worst en meeuweneieren brouwden ze in de afval-emmers een hete soep. Het werd een feestmaal. De mensen met bevroren ledematen leefden een beetje op.

Stuurman van der Mey stond nu voor een moeilijke beslissing. Het was uitgesloten met drieëntwintig mensen, die bevroren voeten hadden, over land verder te trekken. Naar zijn berekeningen moesten ze nog een honderd kilometer verder naar het zuiden om de eerste tekenen van menselijke bewoning te vinden. Hij vreesde, dat de tocht over land een dodentocht zou worden. Er werd besloten, dat men zich maar weer zou inschepen om onder de kust zuidwaarts te zeilen. Men had nu weer voldoende drinkwater. Met Gods hulp zou men er wel doorkomen.

Een nieuwe nacht in de Noordelijke IJszee brak aan. De open sloepen zeilden in een harde bries. Maar de stemming aan boord was aanmerkelijk verbeterd. Grote tegenslag echter wachtte de schipbreukelingen. Er kwam een dichte mist opzetten. Zelfs de stevige bries was niet in staat de nevels te verjagen. Omdat ze niet precies wisten waar ze zich bevonden, was het gevaar groot dat ze het kanaal, dat Nova Zembla in twee stukken verdeelt, zouden voorbij zeilen. En zuidelijk van dat kanaal moest de Russische vliegtuigbasis liggen, het doel van hun barre tocht. De mist werd zo dik, dat de sloepen contact met elkaar verloren. Tot overmaat van ramp kregen een paar zieken koorts. In hun ijldromen waanden ze zich thuis. Af en toe kwamen ze weer tot bewustzijn. Dan klonken hun gestamelde jammerklachten.

Die jammerklachten dreigden niet alleen de stemming van de anderen te demoraliseren, ze maakten ook de primitieve navigatie onmogelijk. Stuurman van der Mey zeilde namelijk vlak onder de kust, zó dat hij in de verte flauw het geluid kon horen van de ijsschotsen die door de branding

89

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.