Daar zaten wij, impressies over 'Londen '40-'45'

Titel
Daar zaten wij, impressies over 'Londen '40-'45'

Jaar
1965

Pagina's
136



hij zelf zijn voeten gewreven, maar op de duur was hij daarvoor te apathisch geworden. De bemanningsleden wreven om de beurt zijn voeten. Het hielp niet. Als er niet spoedig verandering kwam, zouden de voeten van de kapitein bevriezen. Enkele leden van de bemanning verkeerden in dezelfde toestand.

Zo ging de eerste nacht in de Poolzee voorbij, en de tweede dag en de volgende nacht, en weer een andere dag. De zee bleef zwart en onstuimig. Er stonden witte koppen. Aan de horizon glinsterden ijsbergen. Ijsschotsen dreven voorbij. Het werd steeds kouder, maar de mannen voelden de kou niet meer. Versuft zaten ze in de sloepen. Slechts enkele leden van de bemanning konden zoveel geestkracht opbrengen, dat ze, ofschoon de snerpende poolwind ook hun ledematen verstijfde, toch nog enigermate in beweging konden blijven. Zij zorgden voor de uitdeling der karige rantsoenen, voor de primitieve navigatie. En ze hoosden! Al die dagen was er geen warm voedsel genuttigd. Het aantal bevroren ledematen nam toe. Voeten en benen zwollen wanstaltig op. Er werd dorst geleden. Het hevigst kwelde de dorst de lijders aan bevriezingen. Alleen het scheepshondje bleef tierig. Na de vierde dag ging de zon geheel schuil. Striemende sneeuwjachten teisterden de boten. Zelfs voor de sterksten was het vrijwel ondoenlijk het roer te houden. Zo brak de middag van de vijfde dag aan. Stuurman van der Mey, aan wie, door de toestand waarin kapitein Sissingh zich bevond, het commando was toegevallen, schoot de zon en berekende - gissend en radend -, dat ze nog ongeveer 45 kilometer van Nova Zembla verwijderd moesten zijn. Ze bleven nu pal oost aanhouden. Inderdaad kwam tegen de avond het eiland in zicht. De kust was rotsachtig en volstrekt onherbergzaam. Het vooruitzicht dat ze spoedig vaste grond onder de voeten zouden kunnen hebben, wekte nieuwe hoop in de harten der verkleumde mannen. Die avond was een landing echter onmogelijk. Er stond een zeer zware branding. Wilde men niet de kans lopen tegen de rotsen te pletter te slaan, dan moest het daglicht worden afgewacht. Weer een nacht in de bittere kou van de verlaten zee.

De nood was zeer hoog gestegen. In een van de sloepen had men meer drinkwater gebruikt dan het rantsoen toestond. Zoetwater was op. Daarop had men zeewater gedronken; de gevolgen bleven niet uit.

‘s Morgens ontdekte men, zeilend langs de kust, een kleine baai. Het lukte daar aan land te gaan. Van de drieenzeventig mannen konden er zevenentwintig niet meer lopen. Onder deze was kapitein Sissingh, een zware grote man. Stuurman van der Mey nam de kapitein op de schouder en droeg hem naar een veilige plek op de kant. Andere bemanningsleden deden hetzelfde met zieke kameraden. Slechts hier en daar zagen ze op het troosteloze eiland een plekje rendiermos. Maar, o wonder, vlak bij hen stortte

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.