tige beroering. Overal in het rond klonk het geluid van het afweergeschut. Het vliegtuiggebrom overstemde nu en dan alles, want de Duitsers waren nu overgegaan tot duikvluchten. De mannen aan het afweergeschut bleven echter vuren. De half-naakte mannen droegen munitie aan. Twee Duitse machines werden neergehaald. Twee Amerikaanse koopvaarders, die in dezelfde koers meelagen, verkeerden reeds in zinkende toestand. Men zag hier en daar sloepen die drenkelingen uit het ijskoude water oppikten. De ongelijke strijd van de ‘Paulus Potter’ tegen een welhaast onuitputtelijke overmacht duurde anderhalf uur. Toen raakte de munitie van het schip op. De stuurmachine was onklaar.
Kapitein Sissingh gaf het bevel: verlaat het schip!
Ondanks de wanorde en de voortdurende bombardementen stelde de bemanning zich volkomen ordelijk aan dek op. De machinist Kluwen zei evenwel dat hij het schip niet wenste te verlaten. Bittere ervaring had de geallieerde zeelieden geleerd dat de Duitse vliegtuigen er geen been in zagen met hun boord^yapens sloepen met schipbreukelingen te beschieten. Machinist Kluwen redeneerde: als ik dan toch dood moet gaan, dan maar meteen aan boord van het grote schip en niet in een sloep.
De weigering van de machinist was niet het enige incident bij het verlaten van het schip. Toen de eerste sloep met mensen gestreken was, sprong het scheepshondje Mascotte over de reling. Het beestje werd uit zee opgevist en aan boord van de sloep genomen.
In drie sloepen werd de gehele bemanning geborgen, die zich zo snel mogelijk uit de nabijheid van het zinkende schip wilde verwijderen om niet in de draaikolk te worden meegezogen.
De machinist Kluwen kreeg ongelijk. Wel bleven de bommenwerpers boven het schip, maar ze lieten de mannen in de boten ongemoeid. De machinist had dit blijkbaar opgemerkt, want hij maakte nu ook aanstalten om het schip te verlaten. Hij zette een van de vlotten overboord en sprong er zelf op. Op dat zelfde ogenblik wierp de vijand een bom, die tussen het schip en dat vlot terecht kwam en in het water ontplofte. Iedereen dacht dat Kluwen verloren was, maar toen de rook was opgetrokken, zat hij, ei-geel van de zwaveldampen, ongedeerd op zijn vlotje. Hij stapte op een van de sloepen over.
De ‘Paulus Potter’ maakte nu zware slagzij, maar ze dreef nog. De eerste stuurman van der Mey oordeelde dat de sloepen niet verder konden gaan, zonder behoorlijke kaarten, kompassen en dergelijke. Er was in de sloepen nauwelijks proviand. Bovendien was de kleding der bemanning onvoldoende. Sommigen waren halfnaakt in de boot gesprongen. Van anderen was de kleding zo doorweekt, dat varen in de barre kou zelfmoord zou betekenen.
85