macht kon niet uit de voeten. Er waren onvoldoende tanks. Reparatie-materiaal voor auto’s was er niet. De slijtage-slag tegen de Duitse invallers vrat aan de voorraden. Uncle Joe stuurde noodkreten. Hij had gelijk. Zonder Engelse en Amerikaanse hulp was het gevaar groot dat de Russen het loodje zouden leggen, ondanks alle heldenmoed en doodsverachting. Toen moest er gevaren worden. Om de Noord. Route Moermansk.
Tot de lading van de ‘Paulus Potter’ behoorde een groot aantal kant-en-klare tanks, vliegmachines, onderdelen voor geschut en dergelijk spul. De grote betekenis van deze lading voor de Russische oorlogsvoering bleek ook uit de bewapening van het schip. Die was formidabel. Het leek meer een kleine kruiser dan een koopvaarder. Veertien stuks Oerlikon afweergeschut, twee doublé Marlins afweergeschut, Amerikaans colts-geschut dat vierhonderdvijftig schoten per minuut kon lossen en met water moest worden gekoeld. Aan stuurboord stonden veertien stuks geschut om er raketten mee af te vuren en aan bakboord nog eens veertien. Verder voerde de ‘Paulus Potter’ vier Vampire-kanonnen. Zo’n Vampire vuurde een raket af die in de buurt van het vliegtuig moest ontploffen. Dan maakte zich uit de raket een parachute los, waaraan een bom bengelde. De kunst was de parachute zó te plaatsen dat het vliegtuig tegen de bom aan moest vliegen. Verder had de ‘Paulus Potter’ nog Gimbelgeschut aan boord, waarmee horizontaal op vliegtuigen kon worden geschoten. Tussendeks vervoerde het schip vele tonnen springstof, genoeg T.N.T. om half Engeland in de lucht te doen vliegen. Behalve een Nederlandse bemanning had het schip achttien Engelse kanonniers aan boord.
Met drie andere koopvaarders als gezelschap koerste de ‘Paulus Potter’ van Glasgow naar Reykjavik op IJsland. Deze route werd volkomen door de geallieerde luchtmacht en vloot beheerst. Het was er zo veilig als op Piccadilly, alles in het betrekkelijke. Reykjavik was het verzamelpunt voor een der grootste konvooien met oorlogsmateriaal dat ooit de zee heeft bevaren. Het konvooi kreeg een gemengde samenstelling; dat was gebruikelijk. Engelsen, Nederlanders, Noren, Amerikanen en Belgen. En een escorte oorlogsschepen. Het totaal aantal koopvaarders bedroeg achtendertig.
De schepen stoomden langs de westkust van IJsland naar het noorden. Bij de noord-westpunt van het eiland werd het gehele konvooi geformeerd. Nu koersten ze op een route die ten oosten van Jan Mayeneiland liep. Toen de schepen eenmaal op die koers lagen, was het duidelijk dat de Duitsers niet het plan hadden hen ongehinderd te laten passeren. In de Noorse fjorden lagen veel vijandelijke duikboten verborgen. De Duitsers trokken verder al hun onderzeeërs uit de Atlantische Oceaan terug. Zij pasten de tactiek toe die berucht is geworden onder de benaming ‘the wolves pack’,
81