DE DOOD IS GRILLIG ALS EEN VROUW
(Uit een Londens dagboek)
Vrijdag, 6 september 1940. In de afgelopen vier weken hebben de kinderen alle Londense spoorwegstations veroverd. De regering heeft al in oktober 1939 bevolen dat kleuters die jonger dan 12 jaar zijn, uit de hoofdstad moeten worden geëvacueerd. Maar niemand heeft dat bevel ernstig genomen. ‘This is a phoney war’. Een echt stevig bombardement op de hele stad is er nog niet geweest. Wel alarmsignalen van de jankende sirenes, ‘Whailing banshee’, zei Churchill vandaag. Een ‘banshee’... zo noemen ze in Ierland een heks. Het staat in de kranten, die de term meteen hebben geijkt. Dat wordt een gevleugeld woord.
Niemand trekt zich van de gouvernementele waarschuwing iets aan. In de verte kun je af en toe gebulder van kanonnen horen, maar dan moetje wel eerst aan het zuidelijke randje van de stad gaan staan. Zodra je noordelijk van de Theems bent, hoor je van het afweergeschut aan de zuidkust niets. Eerlijk gezegd, het signaal van ‘all clear’ ontgaat je meestal.
Maar sinds een dag of tien schijnt een psychische infectie de mensen te hebben aangetast.
‘Croydon is platgegooid. Er zijn zeer zware bombardementen op komst.’ ‘Heb je ’t in de krant gelezen? Jerry komt Londen platgooien.’
Waar komen die zenuwen opeens vandaan? Het dreigende nieuws moet door de Duitse propaganda-zenders zijn omgeroepen. Trouwens, in de kranten staat: Mensen, maakt je schuilkelders in orde! Stuurt de kinderen weg. De Luftwaffe van Hermann Hangbuik komt!
Onder de collega’s van de Engelse kranten circuleert - vertrouwelijk, zwijgt het voort, - een landkaart waarop iemand, die beweert het te weten, het verloop heeft geschetst van de komende Duitse invasie. Een landing op de zuidkust, en een landing op de oostkust, iets ten noorden van de lijn St. Albans. Het spoorwegknooppunt St. Albans bezetten. De bruggen over de Theems vernielen, zodat Hitler tijd krijgt het land ten zuiden te wurgen. Aan deze operatie zullen zware bombardementen vooraf gaan om de bevolking uit de steden te verdrijven, zodat de wegen zullen barsten van congestie.
‘Zijn ze bij U thuis zenuwachtig?’ vraag ik aan een medebewoner van het
60