Daar zaten wij, impressies over 'Londen '40-'45'

Titel
Daar zaten wij, impressies over 'Londen '40-'45'

Jaar
1965

Pagina's
136



‘Je bent niet alleen in die wachtkamer, Sally.’

‘Och, ik zal je eens wat zeggen. Ze kunnen beter tegen je zeggen: Hé, heb jij nog geen lintje, dan dat ze je vragen: Verrek, heb jij een lintje?’

‘Ik vind het toch wel sneu.’

‘Welnee... hopen lui, die ik uit de kampen heb gehaald en verder geholpen heb, hebben een kruis van verdienste gekregen. Ik zeg maar: indirect ben ik op die manier ook geridderd.’

Het is wel tekenend, dat Sally zich op zijn bijzondere relatie tot het staatshoofd nooit heeft laten voorstaan. Hij sprak er ook niet over. Maar in die kleine gemeenschap van aangespoelde Nederlanders werd hij in zijn soort een bezienswaardigheid. Zelf heb ik eens van zijn diensten gebruik moeten maken. Dat was, toen eind 1944 Zuid-Nederland reeds was bevrijd en het lid van de Tweede Kamer C. J. (Kees) van Lienden naar Londen óverkwam. In Zuid-Nederland heersten hier en daar merkwaardige opvattingen omtrent het herstel van de vertegenwoordigende lichamen. Sommigen zeiden: daar is geen haast bij, anderen dachten hardop: als ze nooit in de oude vorm terugkeren is het geen verlies. Het heeft geen zin nu nog namen te noemen van lieden, die deze dwaze babbeltjes als hoogste politieke wijsheid aan de man brachten. Kees van Lienden, Eindhovenaar en een man van gezag in Zuid-Nederland, wilde tegen dit soort onvolwassen politiek gedoe waarschuwen. Dat was niet geheel overbodig, want Londen verkroop de hele oorlog door van brave Nederlanders, die met een geestdrift een betere zaak waardig de gedachte propageerden: Indië heeft geen behoefte aan een parlement, maar Nederland heeft behoefte aan een Volksraad. Wat Kees echter ook probeerde, hij bracht het met zijn waarschuwingen nooit verder dan tot een paar ministers. En hij wilde zijn opvattingen aan de Koningin overbrengen; dat was nodig vond hij, en ik kon hem geen ongelijk geven. Wat hij echter ook probeerde, het lukte hem niet door de laag watten, die het staatshoofd omringde, heen te boren. Hij klaagde zijn nood bij mij.

Sally, Kees en ik aten een hapje bij Slaters op Piccadilly. We legden Sally het geval uit. Hij begreep het onmiddellijk.

‘Laat dat maar aan mij over.’

Diezelfde middag nog kreeg Kees een uitnodiging om bij Hare Majesteit te verschijnen.

De praatgrage gemeente in Londen placht te roddelen:

‘Wie bij de Koningin wil komen, moet eerst bij Sally Noach anti-cham-breren.’

Sterk overdreven, maar een piezeltje waarheid zat er wel in.

Omdat de guitige streken van Sally Uilenspiegel slechts bekend zijn aan de lieden die gedurende de oorlog Katwijk aan de Theems mochten be


55

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.