Sally’s redenering had de bekoring van de eenvoud:
‘Wie kent mijn gat in deze vreemde stad? Weet ik veel wat doopsgezind is. Weten de Fransen veel wat remonstrants is.’
Misschien was het de vrijmoedigheid van de tapijtenkoopman, maar nu getransponeerd op een geheel ander vlak. In elk geval was het de intuïtie van de kleedjes-leurder om een situatie snel te ontleden, die Sally tot deze falsificatie dreef. Zijn logica was broodnuchter:
‘Als de moffen de regering van Vichy dwingen om zulke kampen in te richten, hebben ze daar een reden voor. Om precies diezelfde reden moeten die mensen van naam en geloof veranderen.’
Sally’s sombere voorgevoelens werden bewaarheid, toen Pierre Laval, zonder enige tegenstand voor het overige, onder de Duitse druk bezweek. Hij liet in Vichy-Frankrijk Duitse mensenjagers toe, die de kampen gingen uitkammen. Bestemming Duitsland of Drancy, het Franse Auschwitz. Sally... excusezmoi, je me trompe, monsieur Jean Desbonnets wist zich zonder moeite in de vriendschap van de Duitsers te dringen. Zij hadden moeite met Frans, hij had moeite met Duits. Maar aan beide kanten was de wil aanwezig om elkaar te verstaan. Met de Duitse officieren dronk hij vele flessen wijn, samen bezochten ze de nachtlokalen van Lyon. Het lag dus voor de hand dat monsieur Desbonnets voor de Duitsers in de kampen de mensen moest selecteren. Sally volgde bij die selectie een volstrekt eerlijk systeem, hij ging uitsluitend af op de namen en de vermeldingen omtrent afkomst, godsdienst en dergelijke op de cartes d’identité der betrokkenen. Dat hij die persoonsbewijzen zelf had ingevuld (en hoe!) dat hoefde hij de moffen toch niet aan de neus te hangen!
Zelf vertelt Sally:
‘Ik heb op één vrijdagavond 128 Nederlandse joden uit een kamp gehaald. Heel gewoon. Heel legaal. Ik voelde me net een meester met een klas kinderen, ’t was wel een beetje grote klas... niet één vrijdagavond in mijn hele leven kan met die ene worden vergeleken.’
De zaterdag daarop haalde hij, alweer zeer legaal, 432 Poolse joden uit een kamp. Sally vertelt:
‘Het was net de uittocht uit Egypte, maar die zal wel niet op Sjabbes hebben plaatsgevonden.’
Als de Duitsers hem naar zijn godsdienst vroegen, zei Sally, dat hij katholiek was, maar hij deed er niets meer aan. Sally hield meesterlijk de rol vol dat hij slechts een paar woorden Duits verstond, Dankeschön, Zum Wohl en dat soort woordjes, moeiüjke zinnen begreep hij in het geheel niet. In zijn bijzijn praatten de Duitse officieren dus vrijuit, in het Duits. Sally zat er met een vrij wezenloos gezicht bij. Dat domme masker had hij ook, toen hij een van de Duitsers hoorde zeggen:
50