Via dit gesprek belandden we bij een discussie over de kansen van de oorlog. Of course, every-body geloofde stellig en zeker in een Engelse overwinning, maar je moest wel een lichtzinnige optimist zijn om de kansen fraai te vinden.
Toen ik tegen zeven naar huis liep, dacht ik: wat wil de vent van mij ? Een paar weken later kreeg ik een telefoontje. Dineren bij mr. Frank Ver-reker thuis. Er zouden nog wat vrienden komen.
Het huis lag aan de zuidkant van een der zuidelijke suburbs. Toen ik de laan inreed, had ik het gevoel een koning te zijn die een statiebezoek aflegt. Kanonschoten dreunden in de verte (Croydon Airport werd juist gebombardeerd). Binnen in de villa was het rustig. Opnieuw kreeg ik het coconachtige gevoel.
Aan de wand hing een mooie verzameling Permekes. Dat was, na zee-zei-len, Frank’s tweede hobby. Bij de borrel en de soep spraken we over schilders. Wij in onze cocon. Maar tijdens de groenten en aardappelen en een meat-pie, die ik verafschuw, gaf Frank een resumé van de oorlogssituatie. In het kort kwam het hierop neer: Vichy is nog slechts een kortstondig bestaan beschoren. Franco zal de Duitsers binnenlaten. Die zullen Gibraltar van de landzij aanvallen. Dat wordt een kwestie van enkele weken. Dan zal Europa van de kaap van Gibraltar tot aan de Noordkaap geheel in Duitse handen zijn. Egypte zal, de traditie getrouw, naar de kant zwaaien van de partij die het als de vermoedelijke winnaar beschouwt. Dan zal het gehele Midden-Oosten, toch al geen sterke vesting, in gevaar komen. Kort en goed: Engeland staat moederziel alleen.
Frank gaf de diagnose met klinische onaandoenlijkheid.
Een van de vrienden nam het thema over. Kijk, zei die, ons uitgangspunt is dus: Engeland staat alleen. Maar het blijft overeind staan. Een belegerde vesting. Onneembaar. Hoe lang zal het beleg duren? Dat weet geen sterveling. Hoofdzaak is dat er een dag komt, waarop de Engelsen klaar zullen zijn voor een uitval. In afwachting van die dag moet de geest van verzet bij de bevolkingen van bezet Europa worden gewekt en wakker gehouden. Het kan vijf, misschien tien jaar duren voordat het zo ver is, maar we moeten nu beginnen... nu, dat is september 1940.
De vrienden van Frank waren dure jongens van het Foreign Office. Ze hadden een geheime opdracht. Ze waren komen praten om wat wijzer te worden. Ze hadden geen haast.
Dat was mijn eerste kennismaking met de psychologische oorlogsvoering. Psychological Warfare. Maar zó heette het toen nog niet. Ik wist een veel betere term. Plotting for revolution. Samenzweren voor een revolutie. Ik heb nu eenmaal een romantische trek in mijn make-up. Verder bezwijk ik onherroepelijk voor de onuitroeibare neiging tot bespiegelingen, terwijl
34