Daar zaten wij, impressies over 'Londen '40-'45'

Titel
Daar zaten wij, impressies over 'Londen '40-'45'

Jaar
1965

Pagina's
136



De kleine Gerbrandy trekt zich van al deze menselijke en tot op zekere hoogte ook vergefelijke overwegingen geen laars aan. De zeelieden van oorlogsvloot en koopvaardij, die elke dag hun leven in de waagschaal stellen, waarderen de onverschrokkenheid van hun Minister-President. De jongens van de Airforce met de blik van de adelaar in hun ogen, herkennen hem als een der hunnen, met zijn felle oogjes en zijn bikkelharde strijdvaardigheid. En de grote kring van burgers, ambtenaren, grote en kleine zakenlui, deskundigen voor dit en experts voor dat - ze nemen het kleine ventje in bescherming. Dat doen grote mensen graag.

Spotvogels smalen:

‘Hoe rot ook het nieuws

En hoe slecht ook de leiding

We zijn weer een dag

Dichter bij de bevrijding.’

Laat de grapjassen maar hun grollen oplepelen, de kleine man gaat door. Niemand kan zeggen dat Gerbrandy een groot politiek leider is - hij kent zijn eigen tekortkomingen en zwijgt er nooit over. De anderen trouwens ook niet. In normale omstandigheden zou hij wellicht een passable minister van Justitie zijn met eenzijdige belangstelling voor de sociale wetgeving. Maar zware beproeving brengt de slechtste of de beste kwaliteiten van de mensen in het licht van de dag. De geschiedenis heeft het kleine rode mannetje uit Snits aangewezen en daar staat hij, Pieter Sjoerds, nauwelijks anderhalve meter hoog in zijn schoenen, met een vervaarlijke snor, die zijn gestalte wel breder maar niet groter doet lijken - daar staat hij, de stoere Calvinist, hij kent maar één boek, de Bijbel, en één oorlog, de Tachtigjarige, maar meer hoeft hij niet te weten om te vertrouwen - hij is geroepen om aan een nogal querulant gezelschap landgenoten in de verstrooiing leiding te geven, maar vooral om de benarden in het bezette gebied aan te vuren; het is zijn lot om met de ijzervreters van de geallieerden, Churchill voorop, te vechten, want straks als de wapenen worden gestrekt, mag Nederland niet meer verliezen dan strikt noodzakelijk is - daar staat hij, de aangespoelde emigrant en tegelijkertijd Minister-President van een koninkrijk met uitgestrekte gebieden in Zuid-Oost Azië en vrije gebieden in de Caraïbische Zee, de man van Het Gezag en de rebel.

Hij moet bovenmenselijk zijn, en hij beseft de grenzen van zijn krachten zo goed. Een politiek leider moet de kunst verstaan met mensen om te gaan, hij moet vleien, schuiven, dwingen, milde chantage plegen desnoods. Hij moet welsprekend zijn als Demosthenes, geslepen als Machiavelli, wijs als Salomo, hij moet de visie bezitten van Mozes... Gerbrandy weet dat hij gebukt gaat onder het menselijk tekort. Hij kan moeilijk met mensen om

29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.