mannetje accepteert het genereuse aanbod, maar het volgende ogenblik denkt hij aan zijn particuliere chauffeur. Moet die arme man, om den wille van zijn excellente baas, de week-ends ver weg van vrouw en kroost doorbrengen? In deze gevaarlijke tijd? Dat nooit, zei van Speyk.
Dus gaat mister Cherry Brandy, Prime Minister of the Netherlands, rijles nemen. Binnen een half uur weet de hele Nederlandse gemeenschap: Gerbrandy neemt rijles. Gerbrandy heeft last met schakelen. Gerbrandy rijdt door alle rode lichten heen.
(Voer voor de historicus: hij heeft nooit zijn licence gekregen, Pieter Sjoerds, want inderdaad, regeren is vooruitzien en chaufferen is door de voorruit zien...’)
Hij vertelt glunderend:
‘Dat verrekte auto-rijden gaat boven mijn boerepetje’.
Hij sluit een compromis: de chauffeur brengt hem naar Essenden, vrijdag’s laat, rijdt dan als een haas terug naar vrouw en kroost en komt hem ’s maan-dagsmorgens weer ophalen. Het gebeurt dat de Minister-President van Nederland midden in zo’n week-end onverwacht en snel naar Londen moet. Bijvoorbeeld in de nacht van Pearl Harbour. Dan wordt half Scotland Yard gemobiliseerd voor een estafette-dienst en over de spiegelgladde wegen ijlt Het Gezag naar Brown’s Hotel waar in die eigenste kamer 36 de oorlog aan Japan wordt verklaard.
De kleine dappere man maakt er tegen niemand een geheim van, dat voor hem de onschendbaarheid van het staatshoofd even zwaar weegt als de ministeriële verantwoordelijkheid. De spraakmakende gemeente Lutje-winkel vertelt evenwel:
‘Als Snorremans met Hare Majesteit telefoneert, staat hij voortdurend buigingen te maken.’
Ik woon een paar keer zulke gesprekken bij: hij buigt niet, en één keer spreekt hij het staatshoofd toe in zijn bretellen.
Dat huis in Essenden noemt hij euphemistisch ‘mijn hutje’. Ik word met mijn vrouw uitgenodigd een week-end daar te komen bij-praten. Nou ja hutje... het is een bungalow met een stuk of zeven slaapkamers, en elke slaapkamer heeft een eigen badkamer. Er is een butler, die ’s morgens als een dief je slaapkamer binnensluipt, je kleren van de stoel steelt en ze later ontvlekt, geperst en gevouwen weer stiekum neerlegt... boven- én onder kleren. Die butler doet ook de cooking. Rolletjes zee-tong, vastgeprikt met lucifers en gestoofd in de witte wijn. Een soort kikvorsenwater, dat ze hier Scotch broth noemen. Doperwten als stuiters en zo groen als snot. Die butler staat achter je als een stijve jurrie, terwijl je eet, en ik word niet graag op de handen gekeken.
Gerbrandy zegt:
26