Daar zaten wij, impressies over 'Londen '40-'45'

Titel
Daar zaten wij, impressies over 'Londen '40-'45'

Jaar
1965

Pagina's
136



Nu Gerbrandy van Minister van Justitie tot Prime Minister is bevorderd, heeft hij zijn departement vaarwel gezegd. Fijnproevers van ons staatsrecht voelen met het puntje van hun tong dat een Minister-President heel iets anders is dan een Voorzitter van de Raad van Ministers. Er zijn in Londen zwaartillende landgenoten die deze evolutie slechts hijgend en hikkend kunnen volgen. Pieter Sjoerds heeft er geen moeite mee, hij laat het althans niet merken. Winston Churchill heeft geen departement, maar bemoeit zich met alles wat hem wél en wat hem niet aangaat... dat doet de kleine man uit Snits ook, in de stroeve Nederlandse verhoudingen.

Hij huurt (voor eigen rekening) kamer 36 in het belegen Brown’s Hotel. Het is een royale zitkamer met zware Engelse meubelen die met hoezen van Shintz zijn bekleed. The ideal home van de familie Van Tutten. Er is een soort zijkamertje waar een bureau staat. En achter een gordijn ontwaart de bezoeker het eenzame bed.

Omdat een mens, ook al is hij Prime Minister, toch graag een aanspraak heeft, is Piet Kasteel ook bij Brown’s komen wonen. Dat is makkelijk, want hij is nu secretaris van Cherry Brandy, Prime Minister of the Nether-lands. ’s Morgens, ’s middags, ’s avonds en vaak genoeg ’s nachts zitten die twee in dat bakbeest van een kamer.

Omdat ze goede Nederlanders zijn, wie niets van het eigene vreemd is, ontaardt elk politiek gesprek tussen die twee in een theologisch dispuut. Calvijn versus Piet van De Klare Waarheid.

‘Excellentie... ik heb U nu eens laten uitpraten. U bent een ketter.' ‘Mijnheer Kasteel, U moest maar naamsverandering aanvragen. Niet Kasteel, maar Chateau Neuf du Pape moest U heten.’

Ik verdwaal ’s avonds nog al eens in de richting van Brown’s Hotel. Af en toe meng ik een scheutje Marx door het dispuut.

Op een avond drentel ik het hotel binnen, terwijl juist een stevig bombardement aan de gang is, maar - zo zijn die koudbloedige Britten - bommen of geen bommen, het leven gaat gewoon door. Ik laat me door de portier aandienen.

‘De Minister-President is er niet.’

‘Weet U of hij spoedig terugkomt?’

‘Ik denk het wel, hij is even naar Piccadilly Circus gegaan om naar het bombardement te kijken.’

Verdraaid nog aan toe, op de hoek vlak voor Swan and Edgar vind ik hem, de kleine Minister-President. In een rose kamerjas en op slofjes. ‘Excellentie, wat doet U hier? En in die kledij. Blijf toch binnen, het is levensgevaarlijk.’

‘Sluyser als er een bom op het Brown’s Hotel valt, ben ik toch de kikker.’ ‘Waar is Piet Kasteel?’

22

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.